Vrouwtje op de maan
Woorden doen ertoe. Dat weten we allemaal wel. Wat mij opvalt, is dat de mannelijke vorm van woorden vaak als uitgangspunt wordt gebruikt in de taal. Dat kan ook anders. Dat lijkt misschien een kleine wijziging, maar het kan grote effecten hebben.
Zo oefen ik de volgorde van hij/zij/hen. En mijn oefening is dan om éérst de vrouwelijke variant te noemen, want dat is niet wat ik gewend ben. En waarom eigenlijk niet? Door dat altijd maar zo te doen, wordt en blijft dat de norm. ‘Een mannetje op de maan, een mannetje komt de schoorsteen vegen, de directeur zijn auto, het boek van hem/haar’.
Soms kom je bij contracten of andere officiële documenten tegen, dat de schrijvers daar ook over nagedacht hebben. Dan staat er ‘overal waar ‘hij’ of ‘hem’ staat, kun je ook ‘zij’ of ‘haar’ lezen’.
Bewoonde planeten
Mijn zoon vertelde onlangs dat hij de planeten maakt op school. Hij zet, samen met zijn klas, een mobiel in elkaar. Hij vertelde trots dat hij op verschillende planeten ‘mannetjes’ zette. Supertof natuurlijk, maar ik vroeg me wel meteen af waarom zijn planeten alleen maar bewoond werden door mannen. Hij gebruikte het woord ‘mannetje’ als synoniem voor ‘persoon’. Dat bleek toen ik hem vroeg of er ook vrouwtjes op de planeten kwamen. “Nee, geen vrouwtjes en ook geen mannetjes. Je ziet niet wat het zijn.” Hij kwam tot de conclusie dat hij wellicht toch ook vrouwtjes gaat maken en anders ‘poppetjes’ zegt.
Groots effect
En deze kleine taal- en perspectiefwijziging heeft effect; in de eerste plaats voor mijn twee jonge dochters. Die zien zichzelf nu ook in astronautenpak. Of als directeur, paardrijlesinstructeur, boomklimmer, prinses carnaval, ballerina, chef-kok, bevoegd om beslissingen te nemen.
Maar in tweede instantie, of in groter verband, voor alle meisjes en vrouwen die het ongemerkt gewoon zijn gaan vinden om op een tweede plek te komen. En voor alle vrouwen die officieel niet eens meer hun stem in het openbaar mogen laten horen.
Aan mij ligt het niet
Misschien moet er nog heel wat gebeuren, voordat de man en vrouw gelijk zullen zijn in de taal. Aan mij zal het niet liggen. Ik redigeer er vanaf nu lustig op los: ‘Overal waar ‘zij’ of ‘haar’ staat, kun je ook ‘hij’ of ‘hem’ lezen.’