Drie onmisbare ingrediënten voor een tekst met pit

Spelling en een foutloze zinsbouw, ach. Dat is niet de kunst. Met een schooldiploma en een beetje taalgevoel kom je een aardig eind. Maar dan? Dit zijn mijn drie absoluut onmisbare ingrediënten voor een tekst met pit.

‘Kun jij peper toevoegen aan onze websiteteksten?’ ‘We willen een pakkende tekst.’ ‘Help ons aan een tekst met impact.’ ‘Schrijf helder en kort alsjeblieft.’ ‘Kun je hier een goed verhaal van maken?’ Zulke verzoeken krijgen wij als tekstschrijvers wekelijks, zo niet dagelijks van onze klanten.

Een geslaagde tekst

De ingrediënten voor een geslaagde tekst verschillen per opdracht. Het maakt bijvoorbeeld nogal een verschil of je wilt dat medewerkers van je organisatie zich bewust worden van veiligheidsrisico’s, of dat je potentiële klanten wilt interesseren voor een nieuw product, of sollicitanten wilt overhalen om te reageren op jouw vacature. Informeren, interesseren en overtuigen zijn tekstfuncties die elk hun eigen eisen stellen aan een tekst.

Drie ingrediënten

Toch zijn er drie ingrediënten die ik bij praktisch elke tekst uit de kast haal. Online content of print, short copy of longread, het maakt niet uit: dit drietal is onmisbaar als peper, zout en suiker. Puur omdat het basale ingrediënten zijn, die aansluiten op hoe onze hersens werken.

  1. What’s in it for me – Dit is de vraag die we onszelf onbewust voortdurend stellen: wat heb ik hieraan? Is dit relevant voor mij? Wat betekent dit voor mij? Die relevantiecheck is ons filter in een omgeving vol informatieprikkels. Of je nu in de supermarkt staat, zoekresultaten doorscrollt of een krantenpagina scant, dankzij dat relevantiefilter ga je niet kopje-onder in de informatiestroom. Voor tekstschrijven betekent dat: je verplaatsen in je lezer en zorgen dat je lezer al in de kop, lead of de eerste regels van het zoekresultaat (meta description) ziet of de tekst voor hem/haar relevant is. Of, sterker nog: antwoorden belooft op zijn/haar vragen of wensen.
  2. Show, don’t tell – Wat klinkt volgens jou geloofwaardiger (en wat lees je liever): “Ik ben heel erg enthousiast over deze fiets. Hij is van hoge kwaliteit.” Of: “Op deze fiets ben ik door weer en wind van Amsterdam over de Pyreneeën naar Barcelona gefietst. Zónder panne.” De eerste tells. De tweede showsNeed I say more?
  3. Given and new informationDit principe, ooit opgedaan in een college Taalbeheersing, helpt mij nog dagelijks bij het helder en leesbaar schrijven. ‘Given’ staat voor dat wat jouw lezer al weet of kent, ‘new’ voor wat jouw tekst daar aan toe gaat voegen. Anders gezegd: sluit aan bij de voorkennis van je lezer. Klinkt simpel, maar gaat heel vaak mis. Kijk bijvoorbeeld eens op websites van adviseurs of juristen: eerst krijgen hun lezers allemaal jargon voorgeschoteld waarin het vakgebied wordt uitgelegd, daarna pas komen – althans in het beste geval – de vragen aan de orde die hun potentiële klanten hebben. Die dan waarschijnlijk allang hebben weggeklikt, omdat ze zich niet herkenden in het jargon.

What is in it for me, Show don’t tell, Given and new information. Het zijn peper, zout en suiker voor teksten die iets voor elkaar moeten krijgen bij jouw beoogde lezers. Basale ingrediënten voor geslaagde communicatie, en daarom even onveranderlijk als onmisbaar.

Laat een reactie achter