De groeten

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem 
ploem ploem 
dag stoel naast de tafel 
dag brood op de tafel 
dag visserke-vis

Onzin?

Tijdens mijn studie Nederlands werd het gedicht ‘Marc groet ’s morgens de dingen’van Paul van Ostaijen in de collegezaal besproken en ik weet nog dat ik daar mijn aandacht niet bij kon houden. Ik vond het een onzingedicht. Pas toen ik een kind kreeg, begreep ik het beter. Dit gedicht laat, voor mij althans, zien hoe een kind in de wereld loopt, hoe hij zich verhoudt tot alles om hem heen. Het maakt niet uit wie of wat het is, voor het kind is alles warm en levend en de moeite waard om een band mee te hebben. Dat kinderlijk begroeten is zo’n respectvolle omgang met alles wat er is, dat het verheven mag worden tot kunst.

Soortnamen en eigennamen

Toen ik via mijn man de wereld van de natuurliefhebbers leerde kennen, ontdekte ik ook iets kinderlijks: ecologen schrijven de namen van planten en dieren met een hoofdletter en zonder lidwoord. Paardenbloem, Kievit, Veldlathyrus, Kleine Vos. Als tekstschrijver gingen mijn haren meteen overeind staan. Mag niet! Hoort niet! Soortnamen moeten met een kleine letter! Maar nu denk ik: dit is eigenlijk een heel goed idee! Want door van een soortnaam een eigennaam te maken, ga je je anders verhouden tot alles wat er om je heen leeft. Door iemand bij naam te noemen, bestaat die persoon voor je. Door zijn of haar naam te kennen en uit te spreken, erken je diegene in zijn bestaan, zijn identiteit. Zo bezien is het eigenlijk heel mooi en ook nuttig om dieren en planten bij hun naam te noemen en om die naam met een hoofdletter te schrijven. Want dat schept een band, dat maakt dat dieren en planten wat op een voetstuk worden gezet, of om bij het gedicht van Paul van Ostaijen te blijven: de mens komt op dezelfde hoogte te staan als de rest van de natuur.

Zorg voor de natuur

Afgelopen zomer liepen mijn man en ik door de Yerseke Moer, een natuurgebied op Zuid-Beveland, waar op het eerste gezicht niet veel te beleven valt. Vanaf de weg zie je een groene vlakte met wat slootjes, maar als je erin loopt, gaat er een wereld voor je open. En als je vervolgens een kijker pakt, zie je zoveel dat je de dingen kunt gaan groeten: dag Tureluur, dag Kluut, Scholekster, Boerenzwaluw. Alles wordt dan anders in die saaie Moer. Groeten doet leven.

Je zou het eens moeten doen, bij jou thuis, in de tuin. Een vogeltje, een plantje bij de naam noemen en groeten: wedden dat het helpt? Dat je meer gaat ‘voelen’ voor al die levende wezens om ons heen? Dan kom je er vast ook achter dat je van sommige planten en beestjes de naam niet weet. En als je dat dan opzoekt, met die geweldige app ObsIdentify bijvoorbeeld, zoek dan meteen ook op wat dat vogeltje of insect, die boom, of dat plantje nodig heeft om een fijn leven te kunnen leiden. De zorg voor de natuur – en dat lijkt mij in tijden van natuurschaarste geen overbodige luxe – is veel beter vol te houden als je je kennis van de natuur uitbreidt. Als je weet wat een paardenbloem, pardon, Paardenbloem doet voor de bodem en hoeveel insecten van haar afhankelijk zijn, dan groet je haar en stel je het maaien van je gazon een keertje uit. En als Mus drie jongen heeft in Haagbeuk, dan loop je er zachtjes langs en zeg je: Dag Mus, dag kleintjes! En dan huil je als blijkt dat op een dag Haagbeuk met nest en al is omgehakt omdat de camper van de buren een eigen parkeerplaats moest krijgen.

De natuur gaat Redactieprof Theanne aan het hart. Ze schreef er een kinderboek over: Kleur je wereld groen. Geen kopzorgen over wanneer wel of niet een hoofdletter, en teksten die lezers ‘voelen’? Redactieprofs staan voor je klaar.

Laat een reactie achter